Behandeling van kanker

De behandelmogelijkheden voor borst-, eierstok-, prostaat- en alvleesklierkanker zijn afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het stadium van de kanker, het kankersubtype en je algemene gezondheid. Het is heel belangrijk om te weten of er sprake is van BRCA mutatie, omdat dit de keuze uit de mogelijke behandelingen beïnvloedt. Deze kunnen bestaan uit erkende chemotherapieën, doelgerichte therapieën zoals het nemen van PARP-remmers, preventieve chirurgie of zelfs deelname aan klinische onderzoeken.

Dankzij de vooruitgang in het wetenschappelijk onderzoek zijn er nu gerichte therapieën, zoals het gebruik van PARP-remmers bij patiënten met borst-, eierstok-, alvleesklier- of prostaatkanker met BRCA1/2-mutaties. PARP (poly-ADP-ribose-polymerase) is een eiwit in onze cellen die beschadigde cellen helpt zichzelf te herstellen. In het kader van kankerbehandeling zorgen deze PARP-remmers ervoor dat dit eiwit de kankercellen niet meer kan herstellen, waardoor deze cellen afsterven. PARP-remmers kunnen alleen worden overwogen na bevestiging van de aanwezigheid van BRCA 1/2-mutaties. Ze worden meestal één- of tweemaal daags ingenomen in de vorm van tabletten of capsules.

In de onderstaande paragrafen stellen we slechts de belangrijkste doelgerichte therapieën en specifieke behandelingskeuzes voor borst-, eierstok-, prostaat- en pancreaskanker voor die gelinkt zijn aan BRCA 1/2-mutaties.

Borstkanker

De prognose en de keuze van de behandeling bij borstkanker worden voornamelijk bepaald door het stadium van de kanker, de differentiatiegraad van de tumor en de receptorstatus. De oestrogeenreceptor (ER), de progesteronreceptor (PR) en de HER2-receptor (human epidermal growth factor receptor) worden routinematig getest. Ook andere biomarkers kunnen de therapiekeuze beïnvloeden. In het geval van ER-negatieve (ER-), PR-negatieve (PR-) en HER2-negatieve (HER2-) tumoren spreken we van triple negatieve borstkanker (TNBC). Mutatieanalyses kunnen worden uitgevoerd om te bepalen of de kanker een erfelijke oorsprong heeft (BRCA- of andere mutatie).

Ben je drager van een BRCA-mutatie, dan heeft dat volgende belangrijke gevolgen voor de huidige behandeling bij borstkanker in een vroeg stadium:

  • evaluatie toevoeging van platinaverbindingen
  • bespreking neo- of adjuvante PARP-remmers
  • mastectomie overwegen voor aangedane borst en preventieve contralaterale mastectomie
  • bespreking preventieve bilaterale salpingo-oöphorectomie (preventieve verwijdering van eierstokken en eileiders)
  • opvolging aanpassen.

Indien een mutatie in de BRCA1- of BRCA2-genen werd vastgesteld en er wordt aan andere criteria voldaan (zie gele kader hieronder), kunnen gerichte therapieën opgestart worden zoals het toedienen van PARP-remmers. Orale PARP-remmers voor de behandeling van borstkanker zijn onder andere Olaparib (Lynparza®) en Talazoparib (Talzenna®).

Er is onderzoek gaande om na te gaan of PARP-remmers tevens ingezet kunnen worden bij de behandeling van borstkanker in volgende situaties:  

  • mensen met een erfelijke mutatie in een ander gen dat DNA-schade herstelt (bijvoorbeeld PALB2, ATM of CHEK2)
  • mensen die geen erfelijke genmutatie hebben, maar bij wie de tumor positief testte op een verworven mutatie in een gen dat DNA-schade herstelt.

Indicaties en administratieve info

Sinds 1 juli 2023 wordt de PARP-remmer Olaparib vergoed als aanvullende therapie voor de behandeling van volwassen patiënten met geavanceerde HER2- borstkanker en BRCA 1/2-kiembaanmutaties. Olaparib is de eerste en enige gerichte behandeling die voor deze patiënten is goedgekeurd. Patiënten komen in aanmerking na voltooiing van een behandeling met een anthracycline en/of taxaan in de (neo)-adjuvante setting. De vergoeding is toegekend op basis van de positieve resultaten van de OlympiA-studie, waaruit bleek dat het nemen van olaparib als aanvullende behandeling het risico op invasieve ziekte of overlijden met 42% verlaagde ten opzichte van het nemen van een placebo.

Sinds 1 juli 2021 wordt de PARP-remmer Talazoparib vergoed als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten met een BRCA1/2- kiembaanmutatie die een triple negatieve lokaal gevorderde niet-reseceerbare of gemetastaseerde borstkanker hebben (TNCB), of een HR+(hormoongevoelige)/HER2- lokaal gevorderde niet-reseceerbare of gemetastaseerde borstkanker. De behandeling met talazoparib wordt vergoed in de eerste, tweede of latere behandellijn bij gevorderde borstkanker, maar om voor vergoeding in aanmerking te komen, moet de patiënt eerder zijn behandeld met een anthracycline en/of een taxaan in de (neo)adjuvante, lokaal gevorderde of gemetastaseerde setting, tenzij de patiënt niet geschikt werd bevonden voor deze behandelingen. In geval van HR-positieve borstkanker dient de patiënt voorbehandeld te zijn met hormoontherapie of werd de patiënt hiervoor ongeschikt bevonden. Belangrijk is dat de aanwezigheid van een BRCA-kiembaanmutatie bevestigd moet worden door een erkend Centrum voor Menselijke Erfelijkheid. De vergoeding van talazoparib in deze setting is gebaseerd op de resultaten van de gerandomiseerde, fase III EMBRACA-studie.

Eierstokkanker

Eierstokkanker is een zeldzame en agressieve vorm van kanker. In België zijn er ongeveer 800 gevallen per jaar. Terwijl 85% van de gevallen incidenteel zijn, is 10-15% genetisch bepaald en gekoppeld aan een BRCA 1 of 2 genetische mutatie. De behandeling van eierstokkanker bestaat meestal uit een combinatie van chirurgie en chemotherapie. Chirurgie voor eierstokkanker heeft zich enorm ontwikkeld en wordt momenteel beschouwd als de hoeksteen van de behandeling van eierstokkanker.

Naast chirurgie en traditionele chemotherapie zijn er de afgelopen jaren nieuwe doelgerichte therapieën ontwikkeld voor de behandeling van eierstokkanker:

  • Bevacizumab (Avastin®): dit is een antilichaam gericht tegen stoffen die de groei van bloedvaten naar de tumor stimuleren. Het wordt eens in de drie weken als infuus toegediend en wordt in België vergoed op basis van bepaalde medische indicaties.
  • Gerichte therapieën zoals PARP-remmers kunnen ook worden toegediend. Orale PARP-remmers voor de behandeling van eierstokkanker zijn onder andere Olaparib (Lynparza®). Andere PARP-remmers zijn in ontwikkeling.

Indicaties en administratieve info

Sinds 2015 wordt de PARP-remmer Olaparib vergoed als onderhoudsbehandeling van patiënten met een platinumsensitief recidief hooggradig ovariumcarcinoom met een BRCA1/2-mutatie (germline en/of somatisch). In 2020 is deze vergoeding uitgebreid naar onderhoudsbehandeling van 1e lijns platinumsensitieve hooggradige epitheliale gevorderde eierstokkanker met een BRCA1/2-mutatie (germline en/of somatisch).

Prostaatkanker

Bijna 10% van de patiënten met een prostaatcarcinoom heeft een BRCA2-mutatie. BRCA 1/2-mutaties komen vooral voor bij mannen met een gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker, waarbij de kanker niet meer op hormoontherapie reageert. PARP-remmers zijn klinisch werkzaam bevonden bij patiënten met een uitgezaaide prostaatkanker die resistent zijn geworden tegen hormoontherapie en waarbij de kanker samengaat met mutaties in genen die coderen voor DNA-schaderespons. De grootste werkzaamheid werd waargenomen bij patiënten met BRCA-mutaties.

Als een mutatie in de BRCA1- of BRCA2-genen wordt vastgesteld en er aan andere criteria wordt voldaan (zie gele kader hieronder), kunnen gerichte therapieën ingezet worden, zoals het toedienen van PARP-remmers. Olaparib (Lynparza®) is daar één van. Onlangs is in een internationaal onderzoek een nieuwe PARP-enzymremmer, Rucaparib, geëvalueerd dat bij patiënten kan worden ingezet met een uitgezaaide prostaatkanker en dit in het geval dat zij resistent zijn tegen hormoontherapie en drager zijn van een BRCA2-mutatie. De resultaten zijn veelbelovend.

Indicaties en administratieve info

Sinds 1 april 2022 wordt de PARP-remmer Olaparib vergoed als monotherapie voor de behandeling van volwassen patiënten, met gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker en een BRCA1/2-mutatie (germline en/of somatisch), die progressie hebben geboekt na eerdere therapie met een nieuw hormonaal middel en niet in aanmerking komen voor een behandeling met docetaxel (wegens progressie of intolerantie of contra-indicatie) en cabazitaxel (wegens contra-indicatie).

Alvleesklierkanker

Patiënten met pancreaskanker en tevens dragers van BRCA1/2-mutaties vormen een aparte subgroep met een gevoeligheid voor andere behandelingen en met, in sommige gevallen, duurzame responsen. Bovendien wordt steeds meer erkend dat naast BRCA1/2-mutaties andere genmutaties zich op een vergelijkbare manier kunnen gedragen.

Het bewijs van effectiviteit voor het gebruik van platinumtherapie bij patiënten met BRCA1/2-mutaties wordt steeds groter. Ook werd het gebruik van de PARP-remmer Olaparib goedgekeurd in geval van een  pancreas ductaal adenocarcinoom, als onderhoudsbehandeling bij patiënten met BRCA-mutaties (germline) waarbij de ziekte onder controle is na een op platina gebaseerde eerstelijns chemotherapie (zie gele kader hieronder), wat een aanzienlijk voordeel inhoudt bij progressievrije overleving.

Indicaties en administratieve info

De PARP-remmer Olaparib komt ook in aanmerking voor vergoeding als monotherapie voor de onderhoudsbehandeling van volwassen patiënten met een BRCA1/2-kiembaanmutatie en een gemetastaseerd adenocarcinoom van de alvleesklier die geen vooruitgang boekten na minimaal 16 weken platinumtherapie binnen een eerstelijns chemotherapieregime. Een bevestigde of vermoede schadelijke BRCA1/2-kiembaanmutatie (germline) moet worden aangetoond door een erkend Centrum voor Menselijke Erfelijkheid.

We kunnen je op verschillende manieren ondersteunen:

  1. Neem contact met ons op via onze hulplijn
  2. Word lid van onze online community
  3. Neem contact op met een buddy
  4. Lees de getuigenissen